De transitie naar een klimaatneutrale energiehuishouding in 2050 omvat onder meer de verduurzaming van de warmtevoorziening. In het Klimaatakkoord zijn hierover diverse afspraken vastgelegd, waaronder het vaststellen van een warmtetransitievisie door alle gemeenten in 2021.
n de provincie Zuid-Holland ligt er de unieke kans om met de aanleg van een grootschalig warmtetransportnet concrete stappen te zetten in de verduurzaming van de regio en naar minder gebruik van Groningergas. Met deze 'warmterotonde' wordt onder meer restwarmte uit het Rotterdams havengebied getransporteerd naar woningen, bedrijven en de glastuinbouw in diverse gemeenten. Bij een volledige uitrol kan het warmtesysteem voorzien in een warmtelevering van ongeveer 40 PJ rond 2030. Dat levert in potentie een vraagreductie op van ruim 1 miljard Nm3 laagcalorisch gas en leidt tot 2-3 Mton/jaar C02-besparing.
Vanwege de klimaatdoelen in de industrie, landbouw en gebouwde omgeving acht ik de realisatie van een regionaal warmtetransportnet in Zuid-Holland gewenst. Daarom heb ik besloten tot een actieve betrokkenheid van het Rijk om de ontwikkeling van deze infrastructuur in gang te zetten. In het kader van de verdeling van de middelen van de klimaatenvelop 2019 is reeds een bedrag van € 15 miljoen gereserveerd voor de nadere uitwerking. De afgelopen maanden heb ik met o.a. de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Eneco en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onderzocht op welke wijze het transportnet in fasen gerealiseerd kan worden. Hierbij is kritisch gekeken naar de financiering en betaalbaarheid en naar de bijdrage van een dergelijk groot project aan de duurzaamheid en de leveringszekerheid van de warmtevoorziening. Doel van de Rijksinzet is de totstandkoming van het warmtetransportnet op een integrale en maatschappelijk optimale wijze en tegen efficiënte kosten.
Daartoe worden de volgende stappen gezet:
Gasunie krijgt de opdracht om de eerste fase van de beoogde transportinfrastructuur verder te ontwikkelen, met als perspectief de realisatie van gereguleerd, onafhankelijk warmtetransportbeheer en een transportnet waarop meerdere duurzame warmtebronnen kunnen aansluiten. De uitgangspunten van deze taak worden in de Warmtewet 2.0 vastgelegd.
Om de eerste fase van het regionale warmtetransportnet te kunnen realiseren, zijn Gasunie en Eneco de overdracht van het Eneco-initiatief 'Leiding door het midden' (LdM) overeengekomen. Dit betreft de aanleg van een transportleiding van Rotterdam naar Den Haag en omgeving. Gasunie zal bovendien in Rotterdam de leiding 'Vondelingenplaat' (VP) ontwikkelen om uitkoppeling van restwarmte mogelijk te maken.
Duidelijkheid over de vraagontwikkeling is van groot belang voor het project. Samen met de provincie Zuid-Holland ga ik in gesprek met de gemeenten in de regio om voldoende garanties voor warmte-afname te organiseren. De gezamenlijke inzet zal in belangrijke mate bepalen hoe de LdM/VP transportleidingen uiteindelijk worden aangelegd. De definitieve investeringsbeslissing voor LdM/VP is medio 2020 voorzien, met een beoogde start van levering van warmte vanaf 2023.
Betrokken partijen werken, onder regie van het Rijk en de provincie Zuid-Holland, aan de integrale ontwikkeling van het warmtetransportnet. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden voor systeemoptimalisaties en ontwikkeling van de verschillende afzetgebieden in de regio Zuid-Holland.