Doorontwikkeling Milieu-Indicator Gewasbescherming (MIG)
Het agrobedrijfsleven en het Nederlandse ministerie van LNV heeft de afgelopen jaren gezamenlijk - via een publiek-private samenwerking - ingezet op het ontwikkelen van de basis voor een internationale Milieu-Indicator Gewasbescherming (MIG).
Wat is de doel van een MIG
De partijen willen een tool maken waarmee;
- de daadwerkelijke impact van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen berekend kan worden,
- met deze tool kunnen telers en adviseurs sturen op de milieu-impact bij het opstellen en uitvoeren van een gewasbeschermingsplan oftewel spuitplan,
- de MIG maakt het mogelijk dat duurzame gewasbescherming in beeld wordt gebracht en een businessmodel kan worden.
Gebruik van een MIG in de praktijk
De MIG is een indicator die op een integrale manier de effecten van toegepaste gewasbeschermingsmiddelen beschrijft en die aansluit bij de behoeften van sector, markt en maatschappij. Telers moeten de indicator kunnen gebruiken om keuzes te maken over de in te zetten maatregelen en middelen om uiteindelijk de milieulast op hun bedrijven te kunnen minimaliseren. Daarnaast willen verschillende organisaties de MIG integreren in systemen om telers te helpen duurzamer te telen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw, maar ook aan certificeringsinstanties die het controleren van o.a. het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als core business hebben. De MIG kan voor hen extra waarde geven door de (door hen) geverifieerde input data (bijv. soorten en hoeveelheden van middelen en gebruikte maatregelen om verspreiding te voorkomen) in de MIG in te voeren voor betrouwbare en onderbouwde resultaten.
Planning in 2024 en 2025
Om te bepalen welke landen en gewassen meegenomen moesten worden in de ontwikkeling van de MIG is eind 2023 een uitvraag gedaan aan de groente- en fruithandel en de sierteelthandel. Op basis van handelsdata is vervolgens een selectie gemaakt van de belangrijkste gewassen uit een aantal landen waarvoor de MIG verder ontwikkeld moet worden.
Op basis van de eerste set van internationale gewassen gaat begin 2024 onderzocht worden welke actieve stoffen voor deze teelten zijn toegelaten in het land van productie. Hiervoor is een beslisboom ontwikkeld wat voor type data hiervoor bij voorkeur gebruikt worden. Voor het bepalen van de impact van de gewasbeschermingsmiddelen bij teelten buiten Europa moet daarbij worden bekeken of de toxiciteitsstudies, die voor Europese toelating gedaan zijn, voldoende zeggen over de mogelijke impact in het land van gebruik. Wanneer dit niet het geval is, zal onderzocht moeten worden of de andere data beschikbaar zijn over de impact van een actieve stof onder de desbetreffende omstandigheden.
Omdat de toepassingen en de omstandigheden waarin de middelen worden toegepast anders kunnen zijn in het buitenland in vergelijking met Nederland, zal een inventarisatie gemaakt worden van de internationaal meest bepalende factoren die in de rekenregels van de MIG van belang zijn.
Initiatiefnemers om de MIG door te ontwikkelen en te gaan implementeren zijn LTO Nederland, BO Akkerbouw, IDH Trade, GroentenFruit Huis, Royal FloraHolland en Glastuinbouw Nederland. Tevens is door deze partijen samenwerking gezocht met Greenports Nederland voor een stuk coördinatie en het ministerie van LNV voor cofinanciering. De planning is om de MIG komend jaar door te ontwikkelen en in 2025 operationeel te hebben. Daarbij wordt nadrukkelijk ook ingezet op afstemming en samenwerking met sectororganisaties en handelspartijen in de wereld.
Rutger Lommerse (Greenports Nederland) treedt op als voorzitter van het consortium dat de verdere ontwikkeling van de MIG mogelijk maakt. De projectleider is Léon Jansen van Schuttelaar & Partners.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Rutger Lommerse: E-mail: rutger.lommerse@greenports-nederland.nl, M: 06 836 99 833
Léon Jansen: E-mail: leon.jansen@schuttelaar.nl, M: 06 538 49 179